Marc of Bart,… zoals hij zo graag genoemd werd, zag het levenslicht in onze hoofdstad, op 3 december 1960.
Vader Luc verdiende de kost als IT man, je zou hem zelfs een pionier kunnen noemen aan de vooravond van het computertijdperk.
Moeder José, was huisvrouw, een niet te onderschatten bezigheid, wetende dat zij aan het roer stond van een gezin van 7 kinderen.
Marc,… zou de derde op rij worden.
In zijn jongste jaren profileerde hij zich als een zeer aangename baby.
Hij won zelfs ooit met carnaval, een verkleedwedstrijd.
Verkleed als Hoss uit het toen bekende ‘Bonanza’ TV feuilleton, kompleet met hoed en een klein jeansbroekje aan, vertederde hij de jury en sloop zo de eerste prijs in de wacht.
Door zijn aangeboren jovialiteit, zijn sociaal contact en zijn onwaarschijnlijk vermogen om het Brussels dialect te spreken, dacht iedereen toen, dat hij later carrière zou maken als toneelspeler of zelfs filmacteur, zo ‘n beetje Bart Peeters achterna.
Niets was echter minder waar, zijn roeping als kok zou de overhand krijgen.
Kleine Marc ging de eerste jaren naar school in Wemmel, dezelfde school waar ook JohanVerminnen les volgde en regelmatig optrad tijdens schoolfeestjes.
In den beginne had Marc het moeilijk met zijn huiswerk maken, … hij deed dit gewoonweg niet, hij vond thuiswerken overbodig aangezien hij reeds in school gewerkt had.
Na enig overleg met ouders en leerkracht, loste het probleem zich op en hij werd, je zou het kunnen noemen een voorbeeldige leerling.
In 1966 verhuisde het gezin Maas naar Schilde.
Noodgedwongen moest Bart van school veranderen en ging voor korte tijd naar school in Schilde om daarna naar het alomgekende Sint- Jan Berchmanscollege definitief over te stappen.
Naast zijn studies ging zijn interesse uit naar de watersport en hij werd zelfs lid van de zeescouts op Linker-Oever. Een keuze die,… lichtelijk door zijn vader werd gestuurd, je zou het een licht …duwtje in de rug kunnen noemen.
Later bleek dit dan toch een aanvaardbare keuze te zijn geweest want Marc kocht zich later, zelf een bootje, samen met zijn vriend John.
Bij de Zee-Scouts leerde hij varen met de Tjalk en in Spanje kreeg hij zeilcursussen van ene zekere Meneer Champagne, die hem met als het ware met de wind in de zeilen in zijn proeven deed slagen.
Een andere passie van hem was de Chiro.
Tot voor kort was hij nog steeds bij de beweging betrokken.
Hij was leider en bezielend lid, ging veel op kamp en was zeer geliefd vooral bij de jongste generatie.
Vanuit de chiro zouden de meeste van zijn vriendschappen ontstaan, vriendschappen die tot op heden nog steeds standhouden.
Maar één van zijn beste vrienden, niet uit de Chiro, eigenlijk zijnen beste vriend was den John.
Hij leerde hem kennen via de familie Naessens, waar Marc regelmatig te gast was. John, kwam daar ook vrij veel, maar deze laatste kwam eerder voor Greet, de dochter des huizes op wie hij een serieus oogje had.
Het klikte tussen Marc en John, ze waren toen 22 jaar oud en hun vriendschap zou blijven tot op de laatste dag.
Zoals ik al zei, ze kochten samen eerst een zeilboot en daarna nog eentje die ze de ‘Mobilhome’ noemden, omdat hij zo traag vooruitging.
En zo brachten ze samen heel wat weekendjes door op het Grevelingenmeer en aan de Oosterschelde.
Even terug naar zijn carrière.
Na zijn middelbare studies te hebben voltooid aan het college, besloot hij om naar de Piva te gaan, de bekende kokschool in Antwerpen.
Na zijn opleiding, waarin hij met vrucht slaagde, ging hij zich vervolmaken in Koksijde, waar hij met glans en diploma op zak, afstudeerde.
Maar hij ging toch niet onmiddellijk in de Horeca aan de slag, hij wou eerst nog gaan studeren aan de hogeschool in Gent en volgde er de richting Public Relations, iets wat hem van nature lag en wat later nog zeker van pas zou komen.
Zij eerste stappen op de arbeidsmatkt, zij het dan als interim, zette Marc bij General Motors, waar hij zich als P.R. man behoorlijk uit de slag wist te trekken.
Maar zijn eerste vaste job was bij de bloemmolens in Gent, waar hij als vertegenwoordiger veel contact had met de mensen om zich heen. Hier voelde hij zich als een vis in het water en heeft er gedurende 3 jaar met plezier gewerkt.
En toen was het tijd voor het echte werk.
Marc besloot om zelfstandige te worden en liet zijn oog vallen op een horecazaak, een frituur-restaurant in Oelegem.
Hij nam de zaak over van een Spanjaard en herdoopte zijn eethuis frituur POTTOMAC, naar een rivier in Washington, waar hij een tijdje een studentenjob heeft uitgeoefend.
Hier kon hij zich uitleven en gedurende ongeveer 10 jaar heeft hij er met plezier, heel hard gewerkt en had veel hulp aan zijn zussen, zijn broers en uiteraard ook zijne goeie vriend den John.
En Marc onderhield uiteraard een zeer goed contact met zijn klanten.
Een aangeboren hartkwaal echter strooide roet in het eten en op zijn 32e kreeg hij zijn eerste, weliswaar klein hartinfact. In allerijl heeft zus inge hem nog naar de kliniek gevoerd.
Hij kreeg zijn eerste waarschuwing en een verbod om te roken, een verbod dat hij echter niet zo serieus nam.
Klap op de vuurpijl was dat de Spanjaard van wie hij het frituur had overgenomen, merkte dat de zaak floreerde en deze aan zijn zoon wou overlaten.
Marc werd gedwongen om te stoppen, maar gaf zich niet gewonnen en hij nam de taverne het Puttenhof in Schilde over.
Na 3 jaar stopte hij en gaf toe aan een andere passie van hem, …..
nml. zijn kookkunst aan anderen doorgeven.
Terstond ging hij pedagogie volgen aan een hogeschool in Brussel en kon vervolgens aan de slag als lesgever in de kookafdeling van Het Stella Maris instituut te Merksem en het Technisch Instituut te Mechelen, waar hij lang gewerkt heeft.
Toe in in ‘97 , zijn zus Inge besloot om haar Job als verbindingsofficier bij de Rijkwacht op te geven, kwam haar plaats vrij aan de Belgische ambassade in Den Haag.
Marc zag dit onmiddellijk zitten en na een verkennend gesprek werd hij prompt aangenomen.
De Entourage lag hem, het hele ambassadegebeuren, de recepties, waarvan hij sommige zelf organiseerde, het contact met Interpol, diplomaten en mensen ontmoeten van allerlei slag, was als het ware een droom die voor hem uitkwam.
Marc was een vrije vogel en genoot van zijn vrijheid met volle teugen.
Hij was een Bourgondiër, ging veel op restaurant op de meest exotische plaatsen en werd vrijwel onmiddelijk vriend van de kok.
Marc hield van reizen.Amerika, Cuba, maar vooral ook Spanje waar hij ooit naar de bron van de Ebro op zoek is geweest en uiteindelijk heeft gevonden.
Helaas zijn levensstijl beinvloedde ook zijn gezondheid.
In 98, Marc was in Den Haag, kreeg hij zijn tweede hartinfatct.
In 2003 kreeg hij een record aantal overbruggingen.
In totaal kreeg hij, in de korte toegemeten tijdspanne, ZEVEN overbruggingen.
Hij kreeg weerom de raad om het roken te laten en dringend op dieet te gaan, maar hij volharde in zijn lijfspreuk:
liever een kort en een goed leven, dan een lang en een slecht saai.
Deze leuze indachtig, gaf hij op zijn 49e levensjaar een groot feest in de Schuur te Oelegem.
Hij dacht er toen reeds aan zijn vijftigste niet meer te halen.
Maar ongelofelijk genoeg bleef hij als een sneltrein plannen maken, plannen om een vijver aan te leggen, plannen om een nieuw restaurant te openen en noem maar op.
Maar het ging bergafwaarts met hem.
Sinds enkele maanden werkte Marc terug in België bij de AIK federale politie en hij had een electrische brommer gekocht, zodat hij gemakkelijk naar zijn werk in Borgerhout kon.
Een 3-tal weken geleden is hij nog met den John en Maarten mee op vakantie geweest in Frankrijk.
Hij geeft daar de catering verzorgd, tot groot genoegen van de anderen.
De electrische brommer nam hij ook mee, hij ging hiermee inkopen doen in het dorp, zalig om te rijden, zonder lawaai en hij geraakte er overal mee.
Ondanks het feit dat hij niet veel meer kon heeft hij van deze week enorm genoten.
Op 4 augustus, besliste de natuur dat voor hem de tijd gekomen was.