Afscheid papa
Toen papa in februari 1936 werd geboren, leefde het jonge gezin Roos- Clapdorp nog onder een goed gesternte. Er was net een huisje aangekocht in een nieuwe woonwijk op het Valaar in Wilrijk, papa’s oudste zus Renée was zes jaar en mijn grootvader had een goed draaiende kleermakersatelier. Het gezin kon zich zelfs een kleine auto veroorloven!. De Tweede Wereldoorlog zou heel veel roet in het eten gooien. Allerlei dramatische gebeurtenissen zorgden ervoor dat mijn grootvader ziek werd, dat de zaak achteruitging en dat het gezin met erg beperkte financiële middelen moest rondkomen. Hoe groot de vreugde ook was voor de gezinsuitbreiding (Rudy werd in 1943 en Katia in 1946 geboren) verder studeren zat er voor mijn vader niet in. Hij was nog geen 18 jaar toen hij naar het leger ging om niet langer meer het gezin financieel te belasten. Deze jammerlijke feiten hebben van papa geen verbitterd man gemaakt. Integendeel! Honderduit vertelde hij over zijn tijd in het leger. Vele foto’s getuigen nog van een jonge en knappe soldaat die met zijn vrienden heel wat plezier heeft gemaakt. Enkele maanden voor zijn dood maakte hij met mama nog een reisje naar kamp Vogelzang in de Eifel, waar hij ooit tijdens een legeroefening menig koude nacht heeft mogen doorbrengen.
Die leerschool van de jeugd heeft mijn papa gevormd tot een erg verdraagzaam man. De racistische waan van WO II had hem resistent gemaakt voor het verderfelijke virus van de rassenhaat. Thuis hebben we nooit een slecht woord gehoord over mensen met een ander geloof, een andere huidskleur of een andere seksuele geaardheid. Papa leerde ons om anderen steeds onbevooroordeeld te benaderen. Over tolerantie hield hij geen grote pleidooien. Hij leefde die gewoon voor!
Tijdens zijn legerdienst was hij reeds via avondschool een opleiding voor technisch tekenaar gestart. Met zijn vrienden ging hij graag uit in het centrum van Antwerpen aan het De Coninckplein. Daar leerde hij mama kennen en in juli 1958 (het Expojaar) trouwden ze. Deze zomer dus 60 jaar geleden. Het heeft net niet mogen zijn. Enkele dagen geleden vertelde mama me dat de laatste 4 jaar van hun samenleven de meest intieme zijn geweest. Papa’s ziekte heeft hen erg dicht bij elkaar gebracht.
Eind jaren 50 voltrok zich in België een economisch wonder en werd de basis gelegd voor de welvaartstaat en de consumptiemaatschappij. Maar papa droomde van een ander, grootser leven. Hij wilde in Canada ruimere horizonten opzoeken. De emigratiepapieren lagen klaar, maar op het laatste moment blies mama het avontuur af. Ze wilde haar alleenstaande moeder in België niet achterlaten.
Dat avontuurlijke heeft papa nooit meer losgelaten. Hoewel hij graag thuis was en de rest van zijn leven een carrière heeft uitgebouwd bij één bedrijf, stond hij altijd open voor mensen die een andere weg wilden inslaan. Dat mocht ik zelf ondervinden toen ik op 17 jarige leeftijd met het plan kwam om voor 6 weken naar Israël te trekken om daar in een Kibboets te werken. Mijn vader opperde geen goedbedoelde bezwaren, maar reed me naar Brussel om de papieren op de Israëlische ambassade in orde te brengen. Papa vond het goed als je wat dingen in je leven uitprobeerde. Als het mislukte, rekende hij je dat falen nooit aan.
Die zin voor avontuur kreeg opnieuw de bovenhand toen hij op 56 jarige leeftijd met pensioen kon gaan. Hij reisde met mama de halve wereld rond. Elke trip werd grondig voorbereid en bij thuiskomst werden dikke fotoboeken samengesteld met een uitgebreid reisverslag. Het anders- zijn van mensen in vreemde continenten was voor hem een bron van verwondering. Zijn tolerante houding en zijn zin voor avontuur hebben elkaar op de reizen wederzijds bevrucht.
Tijdens de reizen leerden mijn ouders heel wat mensen kennen met wie ze later erg bevriend zijn geworden. Reisherinneringen werden opgehaald tijdens dinertjes thuis of op restaurant. Papa genoot van die momenten. Hoewel het hem heel veel moeite heeft gekost, zijn we voor zijn 82e verjaardag nog samen gaan eten. Een herinnering die ik zal blijven koesteren.
Reizen, etentjes,…Papa hield inderdaad van het goede leven, maar hij vond het niet noodzakelijk om gelukkig te zijn. Diep in hem zat een verlangen naar eenvoud en soberheid. Dat heb ik als kind dikwijls mogen ondervinden. Defecte toestellen werden steeds door hem gemaakt. Eten werd niet weggegooid, maar de dag nadien opgewarmd. Wat hem vooral aantrok was de intimiteit van het samen delen van lekker eten en drinken. Papa vertoefde graag in de tuin van Epicurus: hij had geen grote politiek boodschappen, maar zocht het goede leven op in een huiselijke omgeving samen met vrienden en gezin.
Mensen die tot die kring waren toegetreden konden ook altijd op mijn vader rekenen. Wat hij al aan klusjes voor mij en mijn broer heeft gedaan. Te veel om op te noemen. Maar ook voor zijn hoogbejaarde moeder heeft hij jarenlang allerlei praktische zaken geregeld: papieren invullen, mee naar een dokter gaan,… Wanneer oom Leo, een oom van mama en dus geen rechtstreekse familie van papa, ziek en hulpbehoevend werd, nam hij diens zorg op zich. Ik zal nooit vergeten hoe ik papa oom Leo zag verschonen en met welk gemak hij hem van een nieuwe pamper voorzag. Deze herinnering werd bij me opgerakeld toen papa zelf niet meer van pyjamabroek kon wisselen. Wanneer je als zoon moet vaststellen dat de zorgrol wordt omgedraaid dan voel je je plots heel klein. Je vader naakt en hulpeloos te zien is een zeer ingrijpende ervaring.
Net voor papa palliatieve sedatie kreeg zei hij dat hij naar Amerika ging vertrekken. En aan mama legde hij nog even de weg uit om van de kliniek naar huis te rijden. Daarna is zijn reis begonnen. Het heeft nog vier dagen geduurd voor alle trossen werden losgegooid en papa opnieuw in de grote oceaan van het leven werd opgenomen. Op een serene en waardige wijze heeft hij ons de weg getoond van de ware levenskunst: leren leven door te leren sterven.
Bedankt, papa!