Toen de Duitse troepen naderden bij Pervijze is hij samen met zijn ouders, broer en zusters gevlucht naar Duinkerke en vandaar verder naar Parijs waar het gezin voor de rest van de oorlog verbleef.
Op 3 april 1915 werd hij opgeëist door het Belgisch leger en op 5 juli 1915 begon hij zijn opleiding in het kamp van Auvours.
Op 7 mei 1916 kwam hij aan het front bij het 7de Linie waar hij bij bleef tot het einde van de oorlog.
Meteen kwam hij terecht in de sector Steenstrate en later waren ze gelegerd in de sectoren van Stuivekenskerke, Diksmuide en Pervijze. Bij het bevrijdingsoffensief leden ze zware verliezen te Zonnebeke en Moorslede. Vandaar rukten ze verder op naar Zomergem waar ze waren toen de Wapenstilstand werd getekend.
Op 31 januari 1919 werd hij gedemobiliseerd.